Tijdens de cursus ‘TOS en leren lezen’ ligt de nadruk op het aanvankelijk lezen. Kinderen met TOS hebben namelijk 50% kans om ook dyslectisch te zijn. Succesvolle interventie begint met tijdig herkennen en behandelen. Weten wat je doet en waarom speelt een grote rol in het resultaat. Deze cursus legt hiervoor een basis. Tijdens deze eendaagse cursus wordt eerst kort ingegaan op de theorie. We geven antwoord op de vraag: ‘Wat is de invloed van TOS op het leren lezen en hoe beïnvloeden ze elkaar?’ Daarna komen de praktische begeleiding en de behandeling aan bod. Er wordt voldoende beeldmateriaal getoond om cursisten een helder inzicht te geven in wat de juiste begeleiding en behandeling is.

 

Wat moet je doen en wat moet je laten?

 

Programma

  • Communicatieve redzaamheid bij TOS
  • Het belang van taal bij leren lezen
  • Leren lezen bij TOS
  • TOS en leesinterventies (Connectprogramma’s, RALFI en BOUW! tutorlezen)
  • Uitgebreide casuïstiek n.a.v. beeldfragmenten, waarbij de verbinding wordt gelegd naar de eigen werksituatie

Opbrengsten / Leerdoelen

De deelnemers hebben na de cursus:

  • kennis van het belang van de communicatieve redzaamheid, dus participatie, in relatie  tot lezen vanuit de stoorniscriteria van TOS
  • ervaring in het ontdekken van kenmerken van TOS naar aanleiding van filmfragmenten
  • ervaring in het herkennen van de relatie tussen taal/lezen en TOS
  • geoefend met het formuleren van hulpvragen op het gebied van leren lezen van leerlingen met een TOS
  • kennis genomen van het Triangelmodel (Bishop en Snowling) voor het leren lezen bij leerlingen met een TOS
  • ontdekt waar leerlingen met een TOS behoefte aan zouden kunnen hebben bij de leesinterventieprogramma’s Connect Klanken en Letters, Connect Woordherkenning, Connect Vloeiend Lezen, Ralfi en Ralfi Light
  • kennis genomen van de mogelijkheden om een leerling met TOS te begeleiden met het programma BOUW! tutorlezen
  • hoe een basis-leesbehandeling aangepast kan worden voor leerlingen met TOS

Verplichte literatuur

  • Katern Cluster 2: Leesonderwijs en leesbegeleiding voor leerlingen met ernstige spraak- en/of taalmoeilijkheden (ESM). Een katern bij de protocollen leesproblemen en dyslexie. Wentink, Hoogenboom & Cox (2009). Lezen tot en met paragraaf 3.1, pagina 45. Te downloaden via: https://dyslexiecentraal.nl/sites/default/files/media/document/2019-12/Katern_ESM.pdf
  • Dyslectische kinderen lezen lezen. Werkvormen voor de behandeling van leesproblemen. Smits & Braams (2019) – ISBN 97890 2440 3318, tweede gewijzigde druk. Voorafgaand aan de cursus krijgen deelnemers van de cursus een kortingscode om het boek aan te schaffen.

Zelfstudie

Deelnemers krijgen voorafgaand aan de cursus een opdracht toegestuurd, waarbij ze de verplichte literatuur koppelen aan hun praktijkervaring en praktijksituatie. Alle deelnemers nemen de opdracht mee naar de cursus, zodat er tijdens de cursus aandacht aan gegeven kan worden. Het maken van deze opdracht is voor logopedisten een voorwaarde om de geaccrediteerde punten te krijgen.

Certificaat

De deelnemer ontvangt een certificaat bij het voldoen aan de volgende voorwaarden: een minimale aanwezigheid van 90%, het lezen van de verplichte literatuur en het voldoen aan de praktische opdracht.

SBU

  • 39 uur geaccrediteerd – ADAP-NVLF – ID-nummer: 371458

Voor wie?

  • Leerkrachten
  • Ib’ers
  • Taal- en leescoördinatoren
  • Rt’ers (ook vanuit de vrije vestiging)
  • Logopedisten
  • Onderwijsassistenten
  • Tevens geschikt voor orthopedagogen en psychologen die meer willen leren over de praktische kant van het behandelen van leerlingen met dyslexie.
Maartje Thoen-Houben

Cursusleider

Maartje Thoen-Houben

In 1992 is Maartje afgestudeerd aan de Opleiding Logopedie in Rotterdam. Sindsdien is zij als logopedist werkzaam in het basisonderwijs en speciaal (basis)onderwijs in cluster 4 en cluster 2.